Scheiden op de manier die bij jullie past!

Maurena Leimena: “Als vFAS-scheidingsmediator ben ik onpartijdig en help ik jullie stap voor stap door het scheidingsproces heen. We maken goede afspraken afgestemd op jullie persoonlijke situatie en op een manier die bij jullie past! De afspraken worden officieel vastgelegd en de scheiding wordt bij de rechtbank aangevraagd. Ik zorg ervoor dat de scheiding definitief tot stand komt.

Lees meer over mediation.

Voldoet de koop niet aan de conformiteit?

Kristien Aerts: “Als u een roerende of onroerende zaak koopt moet deze voldoen aan de overeenkomst, de zogenaamde conformiteit. Wanneer dit niet het geval is heeft u als koper recht op herstel vervanging of terugbetaling door de verkoper wanneer u dit tijdig kenbaar maakt.

 

Wanneer is er sprake van (non)conformiteit?

Als u een roerende of onroerende zaak koopt moet deze zaak aan de overeenkomst beantwoorden, de zogenaamde conformiteit. Maar wanneer is er sprake van conformiteit? De vraag die daarvoor beantwoord moet worden is of de zaak, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, de eigenschappen bezit die u op grond van de overeenkomst mocht verwachten.

Bij een koop van een roerende zaak tussen een professionele verkoper en een natuurlijke persoon wordt vermoed dat de zaak bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord, indien het gebrek zich binnen 6 maanden na de koop openbaart (een uitzondering daarop is als de aard van de zaak of de aard van het gebrek zich daartegen verzet.

 

Wat als het niet voldoet aan de conformiteitseis?

Wanneer de zaak naar uw oordeel niet voldoet, heeft u als koper in eerste instantie recht op herstel of vervanging door de verkoper. Wanneer dat niet mogelijk is, heeft u het recht de koopovereenkomst ongedaan te maken (te ontbinden) waardoor de verkoper de koopprijs moet terugbetalen.

U dient wel tijdig te klagen bij de verkoper (binnen 2 maanden), anders kunt u uw rechten verliezen.

 

Heeft u vragen over de conformiteit van een roerende of onroerende zaak? Neem dan gerust contact op, ik adviseer u graag.

Let op: de partneralimentatie wordt nu anders berekend!

Maurena Leimena: “Sinds 1 januari 2023 wordt de hoogte van de partneralimentatie op een andere manier bepaald. De financiële draagkracht werd voorheen berekend op basis van de werkelijke woonlasten, dat wordt nu vervangen door het woonbudget. Ook is er een wijziging in de zogenaamde inkomensvergelijking.

 

Wanneer partneralimentatie?

Bij een echtscheiding kan er recht op partneralimentatie ontstaan. Partneralimentatie is aan de orde wanneer een gewezen echtgenoot niet in staat is om geheel of gedeeltelijk in eigen levensonderhoud te voorzien. De andere echtgenoot kan dan gehouden zijn partneralimentatie te voldoen.

 

De hoogte van de partneralimentatie

Wat een gewezen echtgenoot dan aan bijdrage moet betalen, staat niet in de wet. Er zijn wel richtlijnen door de rechtbank ontwikkeld zodat de hoogte van de kinder- en partneralimentatie kan worden vastgesteld. Deze richtlijnen hebben als doel om een bijdrage te leveren aan de voorspelbaarheid en rechtszekerheid van de rechtspraak in alimentatiezaken. De richtlijnen worden regelmatig aangepast aan nieuwe ontwikkelingen en jurisprudentie. De richtlijnen zijn aanbevelingen en zijn dus geen wet. Rechters kunnen in individuele zaken van de richtlijnen afwijken. Partijen kunnen natuurlijk ook in onderling overleg van de richtlijnen afwijken. Bekijk het rapport alimentatienormen 2023-1.

 

Wat is er veranderd per 1 januari 2023?

De voornaamste wijziging per 1 januari 2023 is dat de draagkracht voor partneralimentatie voortaan– net zoals dat al enige tijd voor de berekening van de kinderalimentatie geldt – forfaitair wordt berekend.  De rechter houdt bij de draagkracht niet langer meer rekening met werkelijke (woon)lasten, maar met een woonbudget. Tevens wordt er rekening gehouden met een forfaitair bedrag aan redelijke kosten van levensonderhoud van de onderhoudsplichtige. Daarnaast is er ook een wijziging in de zogenaamde inkomensvergelijking.

 

Het woonbudget

Het woonbudget bedraagt 30% van het netto besteedbaar inkomen. Uit het woonbudget moeten alle woonlasten worden betaald. Denk aan, rente eigenwoningschuld (minus fiscaal voordeel), gangbare aflossingen, inleg spaar- of beleggingspolissen, premie opstalverzekeringen, gemeentelijke belastingen, onderhoud, huur, maar ook redelijke kosten voor gas, water en licht. Het forfaitaire bedrag aan redelijke kosten van levensonderhoud varieert afhankelijk van het netto inkomen van € 1.125,00 tot € 1.175,00 per maand. Uitgangspunt hierbij is dat de onderhoudsplichtige voor zichzelf ten minste een bestaansminimum moet behouden naast een deel van de draagkrachtruimte.

Zoals hiervoor aangegeven kan er onder omstandigheden van de richtlijnen afgeweken worden. Stel de alimentatieplichtige komt niet in aanmerking voor de sociale huursector en er is krapte op de koopwoningmarkt. Bovendien is de afspraak dat partijen vanwege de kinderen in hetzelfde dorp blijven wonen. De alimentatieplichtige is genoodzaakt om particulier te huren. Deze woonlast is dan niet- vermijdbaar en niet-verwijtbaar. Als de werkelijke woonlasten dan hoger zijn dan het woonbudget, kan er aanleiding zijn met deze hogere woonlasten rekening te houden. Andersom kan ook rekening gehouden worden met lagere woonlasten van de alimentatieplichtige, maar alleen in het geval de alimentatiegerechtigde geld tekort komt. De lagere woonlasten moeten dan wel duurzaam aanmerkelijk lager zijn dan het woonbudget.

 

Inkomensvergelijking

Een andere wijziging betreft de zogenaamde inkomensvergelijking. Het uitgangspunt is dat de alimentatiegerechtigde inclusief de partneralimentatie niet meer te besteden heeft dan de alimentatieplichtige. De alimentatiegerechtigde behoeft niet in een betere financiële positie te worden gebracht dan de alimentatieplichtige. Waar voor 1 januari 2023 nog werd gekeken naar wat partijen overhielden aan vrije bestedingsruimte nadat in de eerste levensbehoeften is voorzien, wordt nu gekeken naar wat partijen overhouden aan netto inkomen nadat de alimentatie is betaald. Het netto inkomen dient voor beiden partijen gelijk te zijn. Op de inkomensvergelijking zal wel een beroep gedaan moet worden. De rechter past deze vergelijking niet automatisch toe.

 

Voor welke zaken gelden deze wijzigingen?

Tot slot de wijziging in de wijze van berekenen geldt niet als een wijziging van omstandigheden volgens de wet, die reden kan zijn voor een herberekening. De wijzigingen gelden alleen voor zaken die na 1 januari 2023 worden behandeld en waarbij de ingangsdatum van de (gewijzigde) alimentatie op of na 1 januari 2023 wordt vastgesteld. Let op dit geldt ook voor zaken die voor 1 januari 2023 bij de rechtbank zijn ingediend, maar waarvan de ingangsdatum na 1 januari 2023 wordt vastgesteld.

 

Heeft u vragen over de nieuwe berekenwijze van de partneralimentatie?  Neem dan gerust contact op, ik help u graag.

Wij wensen u fijne feestdagen!

Aerts Leimena advocaten wenst u prettige kerstdagen en een gelukkig nieuwjaar! Heeft u in 2023 juridisch advies nodig? Wij helpen u graag! Bekijk onze specialisaties en maak alvast een afspraak voor een adviesgesprek.

Nieuwe wet voor ouderlijk gezag per 1 januari 2023

Maurena Leimena: Bent u ongehuwd of niet-geregistreerd partner en krijgt u een kind? Per 1 januari geldt dat u automatisch gezamenlijk gezag krijgt wanneer u het kind erkent.

 

In mei 2022 was er al sprake van een aangenomen initiatiefwetsvoorstel automatisch gezag bij erkenning van een kind. Per 1 januari geldt dat de moeder en de ongehuwde of niet-geregistreerde partner automatisch gezamenlijk ouderlijk gezag kunnen krijgen.

 

De huidige situatie

Is de moeder van het kind getrouwd of heeft zij een geregistreerd partner bij de geboorte van haar kind, dan is deze partner automatisch juridisch ouder. Hierdoor worden de moeder en haar partner ook automatisch belast met het gezag. Tot invoering van de nieuwe wet had alleen de biologische moeder het gezag wanneer zij ongehuwd was of een niet-geregistreerde partner had. Om gezag over het kind te krijgen moesten de ongehuwde of niet-geregistreerde partners het kind erkennen en een gezamenlijk verzoek tot ouderlijk gezag indienen bij de rechtbank.

 

Wat verandert er?

De ongehuwde of niet-geregistreerde partners krijgen na invoering van de nieuwe wet automatisch gezamenlijk gezag wanneer zij het kind erkennen. Dit erkennen kan voorafgaand aan de geboorte, maar ook daarna plaatsvinden. In dat geval hoeft de ongehuwde of niet-geregistreerde partner het gezag niet langer samen met de moeder aan te vragen bij de rechtbank.

 

Uitzonderingen

Er gelden wel een aantal uitzonderingen. Als er sprake is van een voogd, die met de voogdij over het kind is belast, kan er geen automatisch gezag ontstaan. Het gezag ligt dan bij een derde. Als er al twee ouders zijn met het gezamenlijk gezag, is het ook niet mogelijk om met een ander gezamenlijk gezag uit te oefenen. Het gezamenlijk gezag ontstaat dan niet van rechtswege door erkenning. Bovendien geldt het verkrijgen van gezamenlijk gezag door erkenning alleen na intreding van deze wet op 1 januari 2023.

 

Bent u benieuwd of en hoe deze nieuwe wet gevolgen heeft voor uw specifieke situatie? Neem dan gerust contact op, ik help u graag.

Nieuws: de SGP dient een voorstel in om voor iedereen een tweejarige relatiebemiddeling te subsidiëren

Driekwart van de Nederlanders (76%) zou een gratis mediator bij een echtscheiding zeer waarderen, blijkt uit een enquête van Kantar Public. Nu maakt slechts één op de vijf stellen gebruik van een relatiebemiddelaar. Vanwege de kosten zien toekomstige ex-echtelieden juist vaak van deze bemiddeling af, waardoor de scheiding wordt doorgezet.

Maurena Leimena: “Als scheidingsmediator ben ik er groot voorstander van dat de afhechting van een relatie zorgvuldig wordt gedaan. Een relatiebemiddelaar kan daarbij zeer waardevol zijn. Goed uit elkaar gaan is vaak het begin van een goede afwikkeling van het zakelijke gedeelte van een scheiding.” Lees er meer over op onze mediationpagina.

Vanaf 1 januari 2023 worden de alimentaties met 3,4% verhoogd!

Het Ministerie van Rechtsbescherming heeft bekend gemaakt dat het wettelijke indexeringspercentage voor alimentatie (kinder- en/of partneralimentatie) per 1 januari 2023 stijgt met 3,4%.

Maurena Leimena: “Deze verhoging ontvangt u niet automatisch maar moet zelf in de gaten gehouden en geregeld worden door de alimentatieontvangers- en betalers. Wanneer de alimentatiebetaler het bedrag niet uit zichzelf verhoogd, kunt u diegene hierop wijzen.”

 

Indexeringspercentage alimentatie 2023

Het wettelijke indexeringspercentage voor alimentatie wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld door het Ministerie van Rechtsbescherming. Elk jaar stijgen de prijzen en de lonen en daarom wordt dit ook doorberekend in het vastgestelde alimentatiebedrag. Per 1 januari 2023 stijgt de kinder- en/of partneralimentatie met 3,4%.

 

Wettelijke indexering

De wettelijke indexering geldt voor door de rechter vastgestelde alimentatie en voor overeengekomen alimentatie slechts voor zover deze verplichting uit de wet voortvloeit. Het nieuwe percentage wordt vastgesteld aan de hand van het loonindexcijfer. Het vastgestelde indexeringspercentage wordt eerst berekend over de vastgestelde bijdrage en vervolgens elke keer over de laatst gewijzigde bijdrage. Met toepassen van de wettelijke indexering wordt bereikt dat eenmaal vastgestelde of overeengekomen alimentatie ondanks wijzigingen in de hoogte van de lonen blijven beantwoorden aan de wettelijke maatstaf van de draagkracht. Tevens wordt op deze wijze voorkomen dat degene die alimentatie ontvangt elk jaar aanpassing van de uitkering moet vragen in verband met inflatie.

 

Verhoging gaat niet vanzelf

Het doorvoeren van de wettelijke indexering gaat niet vanzelf! Wanneer de onderhoudsplichtige het bedrag niet uit zichzelf verhoogd, zult u diegene hierop moeten wijzen. Dit kunt u doen door een brief te schrijven of de persoon op de wettelijke verhoging te attenderen. Wanneer u een brief schrijft, kunt u het beste ook gelijk het nieuwe bedrag vermelden. Dit bedrag kunt u berekenen op de website van het Landelijke Bureau Inning Onderhoudsbijdrage.

Niet geinde wettelijke indexering is onderhevig aan verjaring van vijf jaar. Maar niet betaalde wettelijke indexering, zelfs langer dan vijf jaar geleden, kan later nog wel verrekend worden met te veel betaalde alimentatie.

 

Uitsluiten

De wettelijke indexering kan ook uitgesloten worden. Dit kan zowel door de partijen bij overeenkomst als door de rechter bij rechterlijke uitspraak. Voorbeelden hiervan zijn wanneer het inkomen van de onderhoudsplichtige niet zoveel stijgt als het loonindexcijfer aangeeft of wanneer het salaris naar buitenlandse maatstaven wordt vastgesteld.

Naast dat het percentage uitgesloten kan worden, is het ook mogelijk om de wettelijke indexering voor een bepaalde periode uit te sluiten.

 

Bent u benieuwd of uw alimentatie nog wel goed geregeld is? Wilt u uw alimentatie opnieuw laten beoordelen of heeft u andere vragen? Neem dan gerust contact op, ik help u graag.

Uw woning verhuren? Zorg ervoor dat het goed geregeld is!

Kristien Aerts: “De huurder van een woonruimte wordt in hoge mate beschermd. Het is als verhuurder dan ook belangrijk om uzelf vooraf af te vragen of u een woning voor lange of korte tijd wilt verhuren. Een huurovereenkomst kan namelijk niet zomaar beëindigd worden. Zorg ervoor dat alles goed wordt vastgelegd en onder de wettelijke regeling valt. Heeft u vragen over het huurrecht? Dan adviseer ik u graag.

Meer informatie over huurrecht.

Veranderingen kunnen zorgen voor een alimentatiewijziging

Maurena Leimena: “Betaalt u partneralimentatie en is uw financiële of persoonlijke situatie veranderd? Bent u werkloos of arbeidsongeschikt geworden, gaat u opnieuw trouwen of verwacht u met uw nieuwe partner een kindje? Dan kunnen dat redenen zijn om de alimentatie te verlagen of verhogen. Ik adviseer u graag over wat er wel én niet mogelijk is. Neem gerust contact op, ik help u graag.”

Meer informatie over alimentatie.

Wat houdt de Transgenderwet in?

Maurena Leimena: ‘De Tweede Kamer debatteerde op 27 en 28 september over de Transgenderwet, waarmee het makkelijker moet worden om het geslacht aan te laten passen in het paspoort.’

 

Op 27 en 28 september 2022 heeft de Tweede Kamer gedebatteerd over de Transgenderwet. Wanneer deze wet wordt aangenomen wordt het voor transgender personen makkelijker om het geslacht in het paspoort aan te passen.

 

 

Hoe zat (en zit) dat precies?

Van 1985 tot 2014 gold dat iemand die het geslacht in het paspoort aan wilde laten passen gesteriliseerd moest zijn en daarnaast ook lichamelijk aan het gewenste geslacht aangepast moest zijn. Tenslotte was er ook een beslissing van de rechter nodig. De vereiste van sterilisatie zorgden er echter voor dat transgender personen blijvend onvruchtbaar werden. Sinds 2014 zijn de regels gelukkig versoepeld met de Transgenderwet: nu kunnen transgender personen hun geslacht aan laten passen in hun geboorteakte (en daarmee hun paspoort) zonder dat ze hiervoor een operatie moeten ondergaan. Wel hebben zij een verklaring nodig van een deskundige, zoals een arts of psycholoog, die kan beoordelen of de beslissing ‘gegrond’ en ‘duurzaam’ is. Drie jaar na inwerkingtreding is deze wet geëvalueerd. Mede op basis van deze evaluatie is in mei 2021 een voorstel tot wetswijziging ingediend.

 

Wat kan er veranderen?

Wanneer de wetswijziging wordt aangenomen is deze verklaring van een deskundige niet langer nodig. Daarnaast wordt in de wetswijziging voorgesteld de leeftijdsgrens van 16 jaar te laten vervallen, zodat kinderen jonger dan 16 hun geslachtsregistratie kunnen aanpassen. Ook wordt het mogelijk de geslachtsregistratie aan te passen in de gemeente waar iemand op dat moment woont in plaats van in de gemeente waar iemand is geboren.

 

Wat vinden de Kamerleden?

De Tweede Kamer was in het debat niet unaniem voor het voorstel: waar het ene Kamerlid het belang van mensenrecht benadrukte en aangaf dat het hoog tijd is dat mensen zelf bepalen wat hun identiteit is, wees een ander op mogelijke problemen die kunnen ontstaan in onder andere de sport, het bedrijfsleven en in vrouwengevangenissen. Zo werden er ook zorgen geuit over jongeren onder de 16 jaar. Kan een kind van bijvoorbeeld 12 jaar de gevolgen overzien van zo een ingrijpende beslissing als het veranderen van de geslachtsregistratie.

Minister voor Rechtsbescherming Weerwind heeft laten weten op een later moment op de inbreng van de Kamerleden te reageren.

Wij volgen de ontwikkelingen rondom de Transgenderwet op de voet en zullen u verder informeren als er nieuwe ontwikkelingen zijn.

 

Bent u benieuwd of en hoe deze wet gevolgen heeft voor uw specifieke situatie? Neem dan gerust contact op, ik help u graag.